…Een hem onbekende kracht gaf hem omstreeks zijn veertiende een pen in de hand en van jongs af aan vloeide de verbeelding uit hem; hij wist niet beter dan dat hij zo zijn fantasie aan het werk zette om wereldjes naast de alledaagse te creëren. Pas na de nodige verhalen, gedichten en enkele romans besefte hij dat juist het alledaagse zo ongrijpbaar bleek, dat hij in zijn teksten voortdurend aan het verzinnen was in welke werkelijkheid hij eigenlijk leefde. En hij nam met niet minder genoegen dan met eentje waarin een rijkdom aan kunst, liefde en vriendschappen de dienst uitmaakte en zijn bestaan betekenis gaf…