Kaufmann zat in de woonkamer voor de open haard; de rotssteen stak er door de vloer heen, vormde de vloer. Hij zag daar geen waterval meer. Hij zag door de ramen alleen fragmenten van de immense eiken. Dat gaf niet, als hij de waterval wilde zien kon hij naar buiten gaan, zei Wright hem. In plaats van een uitkijkpost die de bewoner scheidde van de omgeving, was iets ontstaan van haast ondraaglijke intimiteit: het huis gonst, borrelt en suist van het water, de constructie is een aaneenschakeling van trapsgewijs verspringende ruimten en gangen die geleidelijk dalen naar de voortjagende stroom beneden, onder aan het ruime trapgat. Het huis valt samen met de waterval. Het gebouw kust een van de meest woeste elementen van de aarde.