Bernardo vertelde dat Wright en zijn gezellen tussen de vulkanische steenbrokken potscherven en slijpstenen hadden aangetroffen, en oude putten die nog waren gevuld met prehistorisch koren. Dichterbij zagen ze hoe de architect de vulkanische brokken van purper, staalblauw en amber had laten gieten in vlakken van cement, en daar lage muren van had opgetrokken; een aantal ruimten werd afgedekt met grote canvas zeilen, als tenten die werden strakgespannen tussen robuuste houten dragers. De assen van het gebouwencomplex wezen naar de gebergten in de verten. De loggia's, looppaden en onderdoorgangen keken uit op steeds een andere stenen reus. Als verder saluut aan de antieke indianencultuur lagen sommige ruimten half beneden de grond, als graven.