Aan het eind telt alleen of je gedaan hebt wat je doen moest. Niet van je familie, je baas of je god, maar van jezelf. Je moet je honger stillen, je lusten kalmeren, een dak boven je hoofd zien te fabriceren en nog wat onvermijdbare verplichtingen; maar aan het eind vraagt de aarde die je terugontvangt uitsluitend of je je talenten hebt gebruikt, of dat het graf nog een stukje groter moet zijn. Ik wist niet of dat de reden was om de straat tegemoet te willen gaan. Het gapende gat bood inderdaad de ruimte aan wat nog resteerde aan mijn tot dan toe half, verkeerd, of vruchteloos verbruikte talenten. Begraaf uw talent niet onder de aarde! Zo had ieder zijn sommetje mee gekregen. Lang had ik niet beseft, dat ook het talent om anderen dwars te zitten wijd was verspreid.